Vertrouwen
Vrijdag worden we gebeld. Er is een plek nodig voor het weekend. Op dat moment weet de jongen in kwestie nog maar net dat hij niet meer naar huis kan. Enkel het ritje van jeugdzorg naar ons krijgt hij de tijd te wennen aan deze gedachte. Het zet zijn wereld op zijn kop.
Als hij bij ons arriveert, verschuilt hij zijn betraande gezicht in zijn versleten hoodie. Hij is 11 jaar oud, zijn lichaam lijkt 16, zijn hartje is 8. Wantrouwend kijkt hij om zich heen. Bewust houdt hij afstand als hij zich voorstelt. In zichzelf gekeerd dwaalt hij door ons huis op zoek naar herkenning. Hij vindt het niet en stort even later diep bedroeft in een stoel in de woonkamer. Tranen rollen over zijn wangen als hij ons smeekt hem naar huis te brengen. Het is hartverscheurend te zien en we spreken af dat hij een vriend mag bellen om te laten weten dat hij veilig is aangekomen.
Niet veel later horen we hem op zijn kamer praten. Met stoere woorden overschreeuwt hij het gevoel dat hij zo net nog zo open aan ons toonde. Toch lijkt het hem tot rust te brengen. Maar dan sta ik opeens aan de grond genageld. Ik hoor hem vertellen dat hij bij ons mishandeld wordt, dat hij zich onveilig voelt en dat politie gebeld moeten worden. Als ik de deur van zijn kamer vol ongeloof open doe, kijkt hij mij betrapt maar ook opgelucht aan. Hij is gehoord. Ik voel me bedrogen, mijn vertrouwen beschaamd en ik vraag me af waarom hij dit doet.
Toch gaan we de volgende dag met elkaar op pad. Even uitwaaien na die onrustige avond. We stellen ons opnieuw open, maar we zijn nog geen uur in het bos als onze pleegzoon zich op de grond werpt, gilt en schreeuwt dat hij mishandeld wordt. Het is druk in het park en ik voel en hoor de afkeuring om mij heen terwijl ik naar het hoopje boosheid voor me kijk. Deze keer voel ik alleen maar verdriet. Deze jongen is zo de weg kwijt. Hoe kunnen wij hem zekerheid bieden in deze voor hem zo onzekere tijd.
Niet veel later barst hij in huilen uit. Hij wil niet boos zijn of mensen onterecht beschuldigen, maar hij lijkt geen controle te hebben over zijn lijf. Zijn emoties zitten in een achtbaan, hij weet niet wie hij is, en heeft zichzelf gewoonweg niet in de hand. We kunnen niet van hem verwachten dat hij ons zomaar vertrouwt.
Een vriendin zei laatst dat zij dacht dat je pas iemand anders kan vertrouwen als je in jezelf gelooft. Wat mij betreft is dat de kern waar het om gaat. Vertrouwen geven is mooi, maar vertrouwen durven accepteren is nog mooier. Misschien juist wel omdat het zo moeilijk is en zo ontzettend kwetsbaar.
Het accepteren van ons vertrouwen is bij deze jongen nog mijlen ver weg. Eerst moet hij op zoek naar zichzelf. Dat is waar we met hem aan kunnen en moeten werken. Met goede moed en vol vertrouwen.